Het Nederlands elftal heeft een bijzonder teleurstellend World Cricket League toernooi gespeeld, en dat nog wel in eigen land. We konden slechts 2 van de 6 matches winnen.
Het begon al met de openingswedstrijd tegen Schotland welke op een knullige manier werd verloren. In de laatste over verprutste Oranje twee kansen. De eerste kans was op een overwinning, maar die ging verloren doordat er een ´sitter´ werd gemist.
Schotland had toen nog twee runs nodig voor de overwinning van de laatste bal van de over. Jonkman was de bowler en gooide de bal aan leg. De batsmen begonnen aan een zelfmoord run. Wicketkeeper Atse Buurman gooide de bal naar Jonkman, maar die miste de stumps van heel dicht bij. Vervolgens gaf de umpire een wide aan en had Nederland de wedstrijd verloren.
De hele situatie had veel overeenkomsten met de Twenty/20 wedstrijd tegen Engeland op Lords toen we aan de andere kant stonden en wel wonnen. Toen het Nederlands elftal nog niet zo professioneel speelde als in deze tijd, en nog niet zoveel oefende en geen contractspelers had, werden er ook wel eens vangen van dit kaliber gemist.
Een vriend van mij die het geheel op internet had gevolgd vroeg mij later of we weer helemaal terug bij AF waren. Ik twijfelde even, ik heb de laatste jaren zoveel mooie dingen en vooruitgang gezien bij het Nederlands elftal, het kon toch niet waar zijn dat dat allemaal ineens was verdwenen.
Maar toch kon ik mijn eigen ogen niet helemaal geloven. Het was zo in contrast met eerdere prestaties. Als Ten Doeschate en Kervezee niet beschikbaar zijn voor Nederland, en dat is nogal eens, lijkt het wel of er veel minder vertrouwen in het team zit.
In de wedstrijd tegen Schotland moesten we het doen met 5 bowlers waarvan Tom Cooper er één was. Ik wist eigenlijk niet dat hij ook als bowler geregistreerd stond. Borren had een rib blessure en kon niet bowlen. Alleen Bukhari bowlde naar behoren, de rest was middelmatig.
Tegen Kenia op Voorburg haalden we een makkelijke overwinning en bleek wat een enorme aanwinst Tom Cooper is. Tegen Schotland liet hij 87 runs noteren en in deze wedstrijd 67. Hij zou die reeks nog even doorzetten met als hoogtepunt een honderd tegen Afghanistan en nog een keer 96 runs tegen dezelfde tegenstander in de troostfinale.
Helaas bleek het wicket in Voorburg nog niet geschikt voor topcricket. Het wicket was soms zelfs gevaarlijk, maar gelukkig bleven ongelukken uit. De Kenianen konden niet uit de voeten op de strip en waren voor een laag totaal all out.
Ook tegen Canada behaalde we een makkelijke overwinning, Borren was weer beschikbaar als bowler en ook Jonkman en Bukhari bowlden goed. Kruger en Raja maakten het de Canadezen ook moeilijk.
Het was duidelijk dat we nu de zwakste tegenstanders hadden gehad. Afghanistan en Ierland moesten nog komen. Het was meteen mis tegen Afghanistan, alweer helaas op Voorburg. Bukhari werd niet opgesteld. Niet fit genoeg was de officiële verklaring van de bondscoach. Bukhari had de vorige avond en nacht gewerkt en had zich verslapen. Nederland eindigde op een totaal van 202 runs, met alleen een topprestatie van Tom Cooper die zich naar een fraaie century vocht. De rest van de batsmen liet het afweten.
Zonder Bukhari, tot dat moment de beste bowler bij Nederland, bleek de Nederlandse aanval tandeloos en ook het fielden liet zwaar te wensen over. Pieter Seelaar zit in een behoorlijke dip, zijn bowlen is geen schim meer van dat van een jaar geleden. Maar ook het bowlen van de ander spinners is te wisselvallig. Met Pieter Seelaar komt het ongetwijfeld weer in orde, het kan niet zomaar ophouden. Afghanistan passeerde ons totaal voor 4 wickets! Aanvoerder Borren was ‘not amused’ en bromde zoiets als ‘de slechtste team prestaties sinds lange tijd’ als ik hem tenminste goed verstaan heb. Hij had gelijk!
Ierland was de laatste tegenstander en kon het zich veroorloven zijn tweede elftal op te stellen. Maar ook dat bleek te sterk voor onze jongens. Ierland werd voor 177 all out gegooid en een overwinning voor Nederland leek niet al te moeilijk. Trent Johnston en Cusack bleven langs de kant en dat scheelt nogal als je 178 runs moet maken.
Wel kreeg de jeugdige spinner Dockrell zijn kans. Hij bowlde 4-35 in 10 en alweer bleek hoe kwetsbaar wij zijn tegen goede spinners, ondanks de bezoeken aan academies in India van onze veelbelovende batsmen.
Even leek het, na 59/4 dat aanvoerder Peter Borren en Bas Zuiderent het karwei alsnog zouden klaren. We stonden op 132/4 toen Borren een onverantwoorde slag deed en zijn wicket verloor. Ik hoop werkelijk dat coach Drinnen zijn aanvoerder om uitleg heeft gevraagd over dit onverantwoorde optreden. Nederland had de wedstrijd stevig in handen en leek een makkelijke overwinning te gaan behalen, maar met de val van Borren’s wicket kwam alles op losse schroeven te staan. Zes runs later was Nederland all out voor 138! Stirling, normaal gesproken geen wonderbowler, ruimde de laatste Nederlanders met het grootste gemak op. Het was echt een beschamende nederlaag.
In mijn tijd (daar heb je hem weer!) verloren we ook zulke potjes van Ierland, de MCC of de Free Foresters. “Jolly nice game, well played” zei de beleefde aanvoerder van de tegenpartij dan en lachte zich rot, maar intussen zag je hem denken,’hoe bestaat’? Dus die vraag van mijn vriend, ‘zijn we weer terug bij AF” was zo gek nog niet. Ik denk niet dat we weer terug bij AF zijn, maar deze week leek het er wel even op.
We werden veroordeeld tot de strijd om de derde en vierde plaats, terwijl we normaal gesproken de finale tegen Ierland hadden moeten spelen, als we die wedstrijd tegen Schotland hadden gewonnen en als we niet zo zwak tegen Afghanistan hadden gepresteerd.
Maar ja dat is ‘als’ en dat woord bestaat niet in topcricket. Je moet gewoon elke wedstrijd 100% bij de les zijn, dat hebben we al gemerkt in Dubai eerder dit jaar en Kenia een paar jaar geleden.
Om de andere dag cricketen is een zware opgave en daarvoor moet je in topconditie zijn. Dan moet het niet zo zijn dat er spelers tussendoor moeten werken want dan ben je niet gefocust, zoals de spelers van het andere Oranje die hopelijk de finale tegen Spanje gaan winnen. De Nederlandse cricketers staan aan het begin van een nieuwe periode, de spelers krijgen contracten en steeds drukker wordende programma’s, het wordt behoorlijk veeleisend. De ICC doet er alles aan om het ‘Associate cricket’ op een hoger plan te brengen. Nederland maakt deel uit van dat plan, we moeten mee of willen we terug naar AF?